Driehoekstraat, waar het nog 'n beetje zoals vroeger gaat

Van Wees in de buurt

 

Toentertijd was de Jordaan nog een echte arbeidersbuurt. Ondanks de armoede hing er een gezellige sfeer, waar nog vaak door de huidige werknemers en buurtbewoners over gesproken wordt. Iedereen kende elkaar en had wat voor elkaar over. Men werkte zes dagen in de week. ’s Ochtends dronk je met z’n allen koffie, met de lunch speelde je een potje kaart in het café en na het werk ging je met z’n allen een borrel halen bij het café op de hoek.

Dat de tijden zijn veranderd moge duidelijk zijn. Het bedrijf is nu vijf dagen in de week open en de werknemers wonen niet langer in de straat. Toch is voor de buitenstaander het oud Jordanese gevoel nog niet helemaal verdwenen. In deze opmerkelijke straat zeggen alle buurtbewoners elkaar nog gedag en stopt men vaak voor een praatje. Een opmerkelijke bewoonster van de Driehoekstraat is mevrouw Otto. Zij wordt gezien als de moeder van de straat en is erg betrokken bij het bedrijf. Zo brengt ze iedere morgen koekjes en melk naar de werknemers van de distilleerderij.


Onderzoek uitgevoerd door ruimtelijk econoom Maikel Gijzen bevestigt het vermoeden dat familiebedrijven een maatschappelijk belang hebben. Gijzen stelt: “Familiebedrijven zijn zowel in ruimtelijk als in sociaal-economisch opzicht bovengemiddeld met hun omgeving verweven.” En: “Familiebedrijven zorgen voor cohesie van de gemeenschap” (Gijzen zoals geciteerd door Scheepers 2006).

 

Referentie

http://www.managementpro.nl/familiebedrijven/een-familiebedrijf-daar-kun-je-wat-mee/

Terug