Migratie | Detentie | Generaal pardon | 48-uurs procedure
Het generaal pardon
Om te breken met het strikte ‘regels zijn regels’-beleid van voormalig minister van Vreemdelingenzaken Rita Verdonk, is in 2007 door de nieuwe coalitie besloten om een generaal pardon af te kondigen. In de praktijk blijkt de regeling lang niet altijd aan te sluiten bij individuele vreemdelingendossiers.
Zo vallen slechts de mensen zonder verblijfsvergunning binnen het generaal pardon die kunnen bewijzen dat zij voor 1 april 2001 in Nederland aangekomen zijn en sindsdien onafgebroken hier zijn geweest. Voor iemand die jaren in de illegaliteit heeft doorgebracht, kan dit erg moeilijk aan te tonen zijn.
Een tweede criterium is dat de mogelijke ‘pardonner’ in geen geval aangemerkt als vallend onder artikel 1F. Ook de familieleden van de pardonner mogen niet als 1F’er bestempeld zijn. 1F’ers zijn mensen die verdacht worden van oorlogsmisdaden, zoals Fatah in de documentairefilm. De rechter gaat daarbij af op een ambtsbericht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, waarin zeer algemene duidingen kunnen staan.
Aan dit beleid zitten twee scherpe kantjes. Er wordt namelijk geen onderzoek gedaan naar individuele gevallen en daarnaast is slechts de verdenking van oorlogsmisdaden genoeg reden om de vreemdeling te weigeren of ‘ongewenst te verklaren’.